Vandaag gaan we een dagje op stap. Het oorspronkelijke plan was om naar Vézelay te gaan. Maar het weer werkt vandaag, voor het eerst deze vakantie, niet helemaal mee. En Vézelay schijnt hele mooie uitzichten te hebben, dus besluiten we om die bestemming wederom uit te stellen.
Maar waar gaan we dan naar toe? Iteke stelt voor naar Beaune of naar Dijon te gaan. Beiden zijn mooie steden waar we makkelijk een dagje kunnen doorbrengen. Op basis van de weersverwachting valt de keuze op Dijon.
Dijon is ongeveer 1,5 uur rijden van het chateau. Na het ontbijt laden we diverse dingen weer in onze eigen auto en vertrekken we. Als we in de buurt van Dijon komen is het even zoeken, maar we parkeren uiteindelijk rond 1 uur in een garage onder Place Darcy. Frank was heel optimistisch vertrokken in een korte broek, maar wisselt toch maar naar een lange broek. Het is maar 18 °C, maar wel droog.
Het centrum van Dijon is een heel groot voetgangersgebied. Eén heel groot winkelgebied, maar ook alle interessante dingen zijn daar te vinden. Veel mooie gebouwen en heel veel terrasjes.

Na een korte wandeling door de stad, komen we op Place De La Liberation, het grote plein voor het Palais des Ducs et des États de Bourgogne. Dit was het paleis van de Hertogen van de Bourgogne. Tegenwoordig is het stadhuis en het Musée de Beaux Arts er gevestigd. Op dit plein zijn diverse terrassen, waar we bij een restaurant door een vriendelijke dame geattendeerd worden op de dagschotel. Die spreekt ons wel aan. Een stukje rundvlees met sla en frites. Een prima maaltijd en voor in totaal € 30 een redelijke prijs, zo midden in Dijon.

Na de lunch gaan we gelijk naar het museum. Dit is een van de grootste musea van Frankrijk en leuk meegenomen, het is gratis. Het museum heeft kunst van de oudheid tot en met de 21e eeuw. Omdat de uitleg op de bordjes in het Frans is, lopen we lekker door. Als we naar buiten kijken zien we dat wij de juiste keuze hebben gemaakt, want het is inmiddels flink gaan regenen. Er hangen onder andere werken van Rubens, Monet, Manet en Pissaro, al zijn dat er maar enkelen. Een opvallende zaal is waar de praalgraven van o.a. Filips de Stoute zijn. Een hoop te zien.

Als we klaar zijn in het museum lopen we richting de kathedraal, maar die is gesloten.

We komen ook langs het Musée Rude. Een bijzonder klein museum van ongeveer 10 x 30 m, geheel gewijd aan de beeldhouwer Rude. Binnen een paar minuten sta je weer buiten.
In het Hôtel de Ville (het stadhuis) bekijken we nog een kleine tentoonstelling van “schilderijen” gemaakt van Lego door een plaatselijke kunstenaar. Deze moet je van een meter of 2 tot 3 bekijken om goed te zien wat het voorstelt. Erg leuk!

We slenteren nog lekker door het centrum van de stad, om rond 6 uur weer op het plein voor het Palais uit te komen. Daar nemen we plaats op een terras en genieten van het uitzicht, kijken naar de vele voorbijgangers en genieten ondertussen van een frisdrankje.

Na een uurtje (je kunt er voor 7 uur geen eten bestellen) dineren we. Frank neemt een burger en Caroline een “oppermachtige kip”, althans als je vertaling van Google Translate mag geloven. Supreme de Poulet stond er op de kaart. Het eten is prima, zeker voor de prijs.
Na het eten gaan we gelijk terug naar de auto. Het begint inmiddels donker te worden en we moeten nog ruim 1,5 uur terugrijden. De lokale wegen zijn erg donker dus je rijdt toch iets rustiger.
Rond 10 uur rijden we de parkeerplaats van het chateau weer op. Nog even nagekletst met Iteke en Ad en daarna lekker naar bed. We kunnen terugkijken op een hele leuke dag in een leuke stad.